maandag
21 apr
Er klopt bitter weinig van de doemscenario’s die de laatste tijd in de media verschijnen over hoe de welvaart er in Noordoost-Brabant voor staat. Het gaat eerder te goed.
In het Brabants Dagblad luidde bestuursvoorzitter Jos van Kessel van het Koning Willem I College onlangs de noodklok. Volgens hem groeit de welvaart hier al dertig jaar minder hard dan landelijke gemiddeld. Er moet volgens Van Kessel een economic board komen, zoals Zuidoost-Brabant die in de vorm van Brainport heeft.
‘Als ik zoiets lees, dan is mijn eerste gedachte: wie zegt dat en wat is zijn belang?’, zegt fractievoorzitter Mirjam van Esch van Hart. Het antwoord is in het artikel zelf te vinden. Van Kessel is oprichter van de Omgevingsraad en daar omringt hij zich onder andere met bazen van grote bedrijven. En die kunnen wel een pleitbezorger gebruiken voor het uitrollen van de rode loper voor ondernemers.
Hoe het echt zit
Dan nu hoe het echt zit. Het gaat zó goed met Noordoost-Brabant dat inwoners het werk zowat voor het uitzoeken hebben. Hart vond in stapels documenten een staatje over hoeveel mensen met een WW-uitkering uiteindelijk in de bijstand komen en de cijfers hier steken positief af bij het zo vaak geroemde Brainport. Ook leuk: dankzij de intensieve begeleiding van mensen zonder werk is het percentage van WW-ers die de bijstand ingaan in Meierijstad bijna nul.
[tekst gaat verder onder screenprint]
Paniekerig stuk op de website van het Brabants Dagblad.
En ja, er zijn zorgen. Maar die gaan niet over een kwakkelende economie of haperende welvaartsgroei: ze gaan juist over de kwalijke gevolgen van voorspoed. Wat dat betreft mogen we onze handen dichtknijpen dat we, zoals onderwijsvoorzitter Van Kessel zegt, in deze regio minder groei noteren dan landelijk gemiddeld.
Waarbij moet worden aangetekend dat de baas van het ‘KW1C’ de boel nogal opblaast. De Rabobank houdt cijfers bij over de groei van de brede welvaart (dat is, zeg maar, materiële welvaart en welzijn samen) en stelt dat die tussen 2013 en 2022 in de meeste regio’s met 0,02 tot 0,03 % toenam en in onze regio met 0,01 tot 0,02 %. En dan zijn ‘onze’ groeicijfers ook nog eens gelijk of beter dan in veertien van de 26 bestuurlijke regio’s.
Waar hebben we het over, mensen.
Barsten in fundament
‘Er verschijnen barsten in het fundament’ schrijven de makers van het regionale rapport ‘Krachtige impuls aan ’t Goeie Leven’ de doemdenkers na. Die barsten zijn onder meer een gebrek aan innovatie (zie kader) en aan duurzame grondstoffen, een groot gebrek aan personeel, te weinig ruimte, te weinig woningen en verlies aan biodiversiteit en waterproblemen.
Het zijn problemen die zich het best laten aanpakken door een rem te zetten op nog meer groei. Want daarvoor, erkennen onze overheden indirect, hebben we de grondstoffen, mensen, ruimte en huizen niet en zijn onze flora en fauna te kwetsbaar.
Ga naar Eindhoven
Wie wil weten wat er van komt als we schouderophalend over dit soort problemen doen en rücksichtslos inzetten op nóg meer groei, hoeft niet ver weg. Ga naar de regio Eindhoven, waar ze schreeuwen om meer ruimte buiten de eigen regio. Metropoolregio Eindhoven zit enorm knel.
[tekst gaat verder onder de foto]
Eindhoven (foto: Wikipedia Commons/Robert de Greef, 2007)
Dat probleem gaat niet over als Weert en Roermond uit een soort misplaatste liefdadigheid de lasten van de groei deels overnemen en als ASML vervolgens alsnog besluit te verkassen – waarna Eindhoven voor de tweede keer ervaart dat het niet handig is om alle kaarten op één bedrijf te zetten.
Gelukkig ziet ons college dat inmiddels ook allemaal. Het concept van de toekomstvisie gunt Veghel een scheut verstedelijking, maar zet voor de rest van de gemeente in op het behoud van het gemoedelijke, dorpse karakter. Met natuurlijk ook daar meer woningbouw, want de woningnood is ook zonder groeiambitie al groot.
En de innovatie dan, Hart?
Alle barsten die de Regio Noordoost-Brabant (RNOB) in het rapport ‘Krachtige impuls aan ’t Goeie Leven’ beschrijft bewijzen de stelling van Hart dat een bescheiden groei geen ramp maar juist een zegen is. Op één haarscheurtje na: het gebrek aan innovatievermogen.
Dat gaat volgens de schrijvers van het rapport over technologie, data en ICT. Deze vaststelling zal vooral pijn doen in Den Bosch, want die stad wil zich sinds een jaar of tien profileren als datastad.
Hoe dan ook: het RNOB heeft gelijk. ‘We’ moeten onze meerdere erkennen in diverse andere regio’s, waaronder inderdaad Zuidoost-Brabant. Los van de vraag of het erg is dat we in sommige disciplines wat minder goed scoren, is het boeiend te bezien hoe het komt.
De drie o’s
Het antwoord: door de keuzes die overheden, ondernemers en onderwijs in het verleden als ‘de drie o’s’ in goed overleg maakten.
Laurens van Voorst is gemeenteraadslid van Hart en was zo’n twintig jaar geleden als dagvoorzitter bij een bijeenkomst over de start van de voorloper van het huidige Agrifood Capital. ‘Die voorloper heette de Vijf Sterren Regio en richtte zich op vijf branches waarin deze regio zou uitblinken. Het leidde die avond tot fikse kritiek vanuit de zaal.’
[tekst gaat verder onder de foto]
Laurens van Voorst (met microfoon) tijdens een congres, heel lang geleden.
Laurens herinnert zich dat enkele ondernemers hun vinger opstaken en zeiden dat juist deze regio het bouwbedrijf van het land is. ‘Dit is de streek van grote en kleine aannemersbedrijven. Waarom zijn die geen ster?’ Ook werd die avond vastgesteld dat de ICT ontbrak. Of de bedenkers wel beseften dat daar groei zit.
Ze doen niet mee
Toenmalig gedeputeerde Bert Pauli liet weten dat de kracht in kiezen zit en dat er dus was gekozen. Voor pharma, logistiek, agrifood en nog twee andere branches, maar die kan Laurens zelfs met hulp van Google en ChatGPT niet meer terugvinden.
Hoe dan ook: technologie, data en ICT zaten er niet bij. En doen nog steeds niet mee.
Foto bij dit artikel: veel mensen leidt tot veel spullen en veel (illegaal) afval.
