Zonder Ronald Plasterk hadden gemeenten nu niet in de financiële problemen gezeten. Een reconstructie.
Als zelfs een rijke gemeente als Meierijstad fors moet bezuinigen, dan weten we dat het kommer en kwel is bij lokale overheden. De aanleiding is een forse verlaging van de uitkering door het Rijk. Al dit jaar wordt er beknibbeld, maar vanaf 2026 is het echt mis.
[tekst gaat verder onder het kader over het gemeentefonds]
Gemeentefonds: – 6,3%
Het Rijk is de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. De begroting van Meierijstad is dit jaar goed voor ruim € 302 miljoen en daarvan komt ruim € 200 miljoen van het Rijk. Dat bedrag bestaat voor € 173 miljoen uit de uitkering uit het gemeentefonds en bijna € 30 miljoen uit andere rijkspotjes.
In 2025 ontvingen alle gemeenten samen ruim € 40 miljard via het gemeentefonds. Daar gaat volgens de meest actuele berichten volgend jaar ongeveer 6,3% vanaf. Dat percentage is niet een op een te vertalen naar de situatie in Meierijstad, want er zijn nogal wat maatstaven die bepalen hoe het geld en de korting worden verdeeld.
Tot er betere cijfers beschikbaar zijn, houden we die 6,3% aan. Dat betekent dat Meierijstad in 2026 geen € 173 miljoen ontvangt, maar iets meer dan € 162 miljoen. Zo beschouwd valt het geraamde tekort voor de komende jaren, oplopend van € 7 miljoen tot ruim € 10 miljoen, nog best mee.
Nou is het gemeentefonds trouwens al twintig jaar een bron van discussie. Dat komt omdat het fonds meestijgt en daalt met de uitgaven van het Rijk. Smijt het Rijk met geld, dan krijgen gemeenten ook meer. Gaan de rijksuitgaven omlaag, dan krijgen ze minder. ‘Trap op trap af’ heet dat mechanisme, in 2005 bedacht door kabinet Balkenende II.
Klussen
Dat systeem lijkt logisch, maar is het niet. Ongeveer 80% van de gemeentelijke uitgaven volgen namelijk uit door het Rijk bepaalde wettelijke plichten. Die plichten blijven gelijk, ook in een jaar van ‘trap af’. Erger nog: het aantal plichten groeit al tientallen jaren en zowat elke nieuwe taak gaat gepaard met te weinig geld. Gemeenten krijgen het steeds drukker met door het Rijk opgelegde en slecht betaalde klussen.
We maken een sprong van 2005 naar 2012. Kabinet Rutte II treedt aan. Het huwelijk van VVD met PvdA zorgt onder meer voor de komst van Ronald Plasterk (PvdA) als minister van Binnenlandse Zaken. Hij bedenkt dat vijf provincies voor Nederland genoeg is en dat gemeenten moeten fuseren tot ze stuk voor stuk minstens 100.000 inwoners hebben.
[tekst gaat verder onder de foto]
Jeroen Dijsselbloem (foto: gemeente Eindhoven)
Grote gemeenten zijn volgens Plasterk efficiënte gemeenten. En efficiënte gemeenten zijn goedkope gemeenten. Hij boekt met zijn collega van financiën (Dijsselbloem, ook PvdA) een besparing van zo’n drie miljard in op het gemeentefonds, ingaand in 2026. Ondertussen krijgen gemeenten in die kabinetsperiode de grootste takenverzwaring sinds de Tweede Wereldoorlog: jeugdhulp, Wmo en Participatiewet – samen goed voor inmiddels 40% van de begroting van onze gemeente.
Mes in uitgaven
Van die schaalvergroting naar gemeenten van meer dan 100.000 inwoners komt het niet. En zelfs al zou dat wel het geval zijn: het is inmiddels algemeen bekend dat schaalvergroting niet automatisch leidt tot besparingen. Bij de totstandkoming van Meierijstad is financieel gewin om die reden nooit als argument gebruikt voor de fusie. Het idee was om meer te doen met net zoveel ambtenaren en om minder werk uit te besteden aan regionale samenwerkingsverbanden. Beide doelen zijn trouwens niet gehaald.
De ministers van Rutte II zijn niet gek en zien dat Plasterk een betere wetenschapper dan minister is. De megakorting op het gemeentefonds wordt geschrapt. Nou ja, voor even dan. Het kabinet besluit dat ze niet over haar graf moet regeren en dus blijft de korting voor de periode vanaf 2026 staan.
Geklungel
Rutte IV treedt in 2021 aan en bedenkt een nieuwe reden om het ravijnjaar in stand te houden: in deze kabinetsperiode gaan ze voor veel geld de klimaatproblemen, de stikstofcrisis en de armoede oplossen. Dat kost zoveel geld dat het kabinet vanaf 2026 de ‘trap af’ kan. Dat ze kan bezuinigen dus. De gemeenten moeten conform afspraak de trap mee af en dus kan het ravijnjaar als toekomstbeeld blijven bestaan.
En dan treedt het kabinet Schoof aan. En wat we ook van die regering mogen vinden: ze zit voor wat betreft het gemeentefonds opgescheept met het geklungel van voorgangers. Met Plasterk als architect en kabinetten die sinds 2010 één ding met elkaar gemeen hebben: de VVD.
Foto bij dit artikel: Ronald Plasterk (Flicker/EUR2016)