woensdag
1 mei
De podcast van BNNVARA over de citymarketing van Meierijstad leverde veel instemmende reacties op. In het programma haalt fractievoorzitter Laurens van Voorst de uitgaven door de mangel.
‘Weggegooid geld’ is een project van Jan-Cees ter Brugge en Stefan van der Hulst. Zij verzorgden onder dezelfde naam voorheen een onderdeel van het tv-programma ‘Kanniewaarzijn!’ In de podcast (hier te beluisteren) stellen ze op een lichte en humoristische wijze financiële missers met overheidsgeld aan de kaak.
[tekst gaat verder onder de afbeelding]
Via publicaties van Hart kwam het duo bij Laurens terecht. Ook SP-fractievoorzitters Ruud Merks komt in de zevende aflevering, ‘Onzinnige citymarketing’, aan bod.
Made in Meierijstad
Laurens (foto bij dit artikel) is aangenaam verrast door de reacties. ‘Ik wist niet beter of zo’n podcast is iets voor een kleine groep belangstellenden. Niet dus. Een lawine aan appjes en mailtjes kwamen er binnen. De teneur was steeds hetzelfde: hoe kon de gemeente Meierijstad de campagne ‘Made in Meierijstads’ nou omarmen?’
Waarbij de kritiek enerzijds gaat over de kwaliteit van de slogan en de campagne eromheen en anderzijds over het nut van citymarketing in het algemeen. ‘We willen geen nieuwe bedrijven lokken en al helemaal geen nieuwe inwoners. Meierijstad heeft geen ruimte voor nog meer bedrijfskavels en kan de eigen bevolking niet eens huisvesten. Zo’n campagne is dus niet nodig.’
Daar komt volgens Hart nog eens bij dat Meierijstad niets meer is dan een bestuurlijk eenheid van dertien dorpen en dat de eigenheid van die kernen juist moet worden uitgedragen. ‘Maak liever reclame voor Veghel, Schijndel, Sint-Oedenrode, Erp, Zijtaart, Olland en alle andere dorpen’, aldus Laurens in ‘Weggegooid geld’.
Gratis slogan
De uitzending werd onder meer opgepikt door lokale en regionale media en het online platplatform Joop. De site schrijft: ‘Ze hadden zich het geld kunnen besparen door de gratis slogan van oppositieleider [dat woord bedacht Joop, niet Hart, red.] over te nemen: ‘Meierijstad. Brabantser dan dit wordt het niet’.’
