vrijdag
19 apr
De gemeente moet zich wapenen tegen de komst van enorme megastores op bedrijventerreinen. Het moment is nu.
Komende maand buigt de gemeenteraad zich over de detailhandelsvisie, die het College door (alweer) een extern bureau liet opstellen. In hoofdlijnen een goed stuk, vindt Hart. Zo zijn we blij met de bescherming die de winkelharten van Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel krijgen.
Klein maar fijn
Hart vroeg daar in 2016 al om. In het dossier ‘Klein maar fijn’ pleitten we ervoor dat buiten de centra van de drie grote kernen winkels voor de dagelijkse boodschappen blijven bestaan, maar dat mensen voor het winkelen naar de dorpsharten gaan. Dat vraagt om een gefaseerde afbouw van de winkelfunctie in de wijken.
Destijds kreeg Hart met dat standpunt kritiek van winkeliers van de Molenstraat in Schijndel. De tijden zijn veranderd: Detailhandel Nederland, de landelijke stem van die winkeliers, kwam met eenzelfde visie, de Molenstraat-retailers scheidden zich formeel af van het centrum (ze stapten uit het Citymanagement) en het College slaat in de nieuwe detailhandelsvisie duidelijke piketpaaltjes.
Noordkade
Zo lezen we dat er geen nieuwe winkels welkom zijn aan de Noordkade, al wordt helaas een uitzondering gemaakt voor zaken die een relatie hebben met de Proeffabriek daar. Hart is ondanks die uitzondering blij met de koerswijziging, want Veghel kan zich vanwege de leegstand in het dorp (zie grafiek boven dit artikel) geen tweede centrum veroorloven. Lees voor de ernst van de situatie in dit dorp: ‘IJskoude douche voor ondernemers Veghel’.
Maar met het aan banden leggen van de Noordkade zijn we er nog niet. Hart heeft zorgen over ketens met enorme winkels die zich in toenemende mate buiten het centrum van dorpen en steden vestigen. Een keten als Supermarché heeft in Frankrijk de detailhandel in veel dorpen en kleine steden kapotgemaakt en vernietigde daarmee ook de leefbaarheid van die kernen. In België gebeurt momenteel hetzelfde.
Krakkemikkig
Zoiets kan Nederland ook overkomen, waarschuwden gisteren enkele deskundigen in het dagblad FD. De reden is dat bestemmingsplannen zo krakkemikkig in elkaar steken dat niet kan worden voorkomen dat winkels zich op ongewenste plaatsen vestigen. Inmiddels zijn er diverse rechtszaken geweest, waarbij gemeenten aan het kortste eind trokken: discounters mochten zich van de rechter vestigen op plaatsen buiten het centrum, zoals op bedrijventerreinen. Oorzaak: het bestemmingsplan was niet duidelijk genoeg.
Het FD: ‘Dat bestemmingsplannen niet meer aan de wensen voldoen, wordt meestal pas opgemerkt als een winkelketen een vergunning aanvraagt voor een nieuwe vestiging. Dan is het te laat, want als een gebouw binnen de bestemmingsplannen past, moet de gemeente het toestaan’.
Niet op orde
De krant citeert Cees-Jan Pen, lector ‘De ondernemende regio’ bij Fontys: ‘Gemeenten hebben de boel niet op orde, en daar spelen de Actions en Aldi’s van deze wereld handig op in’.
Hart zal bij de behandeling van de detailhandelsvisie aandacht vragen voor dit probleem. Onze vraag: ‘Zijn onze berstemmingsplannen waterdicht, zodat we kunnen voorkomen dat er nog meer van die Van Cranenbroeks de boel komen verstieren?’
Vanzelfsprekend gaan we bij die gelegenheid ook in op de visie zelf. Daarover later meer.
Hart wilde u via een pdf de visie aanbieden, maar dat bestand is door de schrijvers enorm groot gemaakt. Te groot voor deze site. Daarom beperken we ons tot het raadsvoorstel.
