vrijdag
19 apr
Schijndel krijgt, als het aan de Veghelse VVD-er Harry van Rooijen ligt, ‘niet zomaar een vrijbrief’ om een podiumaccommodatie te bouwen. ‘Hart voor Schijndel’ dook het afgelopen weekeinde in boeiende documenten en stelt vast dat Veghel en Sint-Oedenrode geen enkel recht van spreken hebben. Ze zouden dankbaar moeten zijn voor het feit dat ze vanaf 1 januari a.s. met Schijndel mee mogen doen.
Waarom het formeel niet deugt, daar komen we later deze week nog op terug. In dit stuk laten we het bij de morele redenen waarom meneer Van Rooijen en de rest van Veghel én Sint-Oedenrode zich er vooral niet mee moet bemoeien.
Schijndel heeft, dankzij verstandig financieel beleid, geld voor dat podium. We kunnen het ons veroorloven. Zoals Veghel zich de nieuwbouw van De Blauwe Kei eigenlijk niet kan veroorloven. En Sint-Oedenrode niet eens mag dromen over een verhuizing van voetbalclub Rhode.
‘Hart voor Schijndel’ heeft de jaarrekeningen van Veghel, ‘Rooi’ en Schijndel nauwkeurig bestudeerd. En komt tot de conclusie dat met name Veghel er een ongelofelijke bende van heeft gemaakt. En dat de uitspraak van die Veghelse VVD-er op zijn minst ongepast is. Hier de feiten.
Dashboard
Er zijn een paar metertjes op het dashboard waar de gemeentelijke boekhouders en accountants vooral naar kijken. De exploitatieruimte is er één van. Het is een percentage dat wat zegt over de opbrengsten die beschikbaar zijn om lasten te dragen. Hoe hoger dat percentage, hoe beter. Schijndel is de enige gemeente van de drie met een positief percentage (6). Veghel en ‘Rooi’ hebben een negatief percentage. Vrij vertaald: ze hebben geen geld om ook maar een doelpaal van Rhode een nieuwe plek te geven. Of om de rode loper van De Blauwe Kei een meter verderop te leggen.
Tweede metertje: de netto schuldquote. Dat gaat over de relatie tussen schulden en eigen middelen. Hoe lager het percentage, hoe beter. Bij ons is het 63%, in ‘Rooi’ 109% en in Veghel, houdt u vast, 134.3%. Zelfs Italië heeft een lagere schuldquote.
Ook met betrekking tot de belastingcapaciteit presteert Schijndel het best. Die capaciteit zegt iets over de mate waarin een gemeente in staat is tegenvallers op te vangen. Hoe lager het percentage, hoe beter we dat kunnen. Schijndel: 93%, ‘Rooi’ 113% en Veghel 99%.
We zijn er bijna hoor. Nog twee dingen. We bewaren het meest spannende voor het laatst. Eerst de solvabiliteitsratio. Die ratio vertelt hoe goed een gemeente aan haar schulden kan voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe beter. Weer is Schijndel het beste jongetje van het klasje van drie: 33%. Rooi doet het met 19% het meest beroerd, het percentage van Veghel is 31,4.
Tot slot de grondexploitatie. Het is de molensteen om de nek van Veghel en dus van Meierijstad. De gemeente Veghel heeft bijna € 175 miljoen aan onverkochte grond. Dat was een jaar eerder nog een paar miljoen meer. De verlaging heeft maar een beetje van doen met verkoop van grond en heel veel met afwaarderen van de waarde. Wonderlijk: de gemeente kocht voor ruim anderhalf miljoen aan grond bij. Geen grap.
Voor de grondexploitatie geldt, hoe lager het percentage hoe beter het is. In Schijndel, een gemeente die nooit lefgozerig projectonwikkelaartje speelde, is het percentage 9. In ‘Rooi’ is het maar liefst 26%.
Veghel: 171,3%.
We hebben voor de lol de leningen die langer dan een jaar lopen per gemeente gedeeld door het aantal inwoners. In Schijndel is dat ruim 40.000 euro per inwoner. In Sint Oedenrode bijna € 13.000 minder en dat is mooi. Veghel: bijna € 135.000.
Curatele
Schijndel is de redding van Veghel en, in mindere mate, van Sint-Oedenrode. We gunnen het de inwoners van die gemeenten best. Maar leg ons alsjeblieft geen strobreed in de weg als we een podiumaccommodatie willen realiseren, meneer Van Rooijen.
