dinsdag
23 apr
Of u toch maar vooral regelmatig een glaasje wil drinken in een café dichtbij de kerk. ‘Typisch Brabant, dat moeten we koesteren’, hoorden we afgelopen donderdag. Waar we ook hoorden bij welke horecazaken u beter weg kunt blijven.
Een café naast of tegenover de kerk is typisch Brabants, vindt Ward Frielink van adviesbureau DTNP. Hij gaat voor de gemeente een visie schrijven op de horeca in onze gemeente en hield afgelopen donderdag een presentatie in het bestuurscentrum in Sint-Oedenrode.
‘Sorry’
Daarbij leek het er vanwege de getoonde foto’s even op dat het alleen ging over de Veghelse horeca. ‘Sorry, ik deed alles vanuit het gemeentehuis’, aldus Frielink. Op dat gemeentehuis hebben ze blijkbaar geen plaatjes die in Sint-Oedenrode of Schijndel zijn gemaakt.
We doen er niet moeilijk over en geven blijmoedig de mededeling door dat Meierijstad een gevarieerd aanbod heeft op het gebied van horeca. De ondernemers verdienen wel wat minder dan landelijk gemiddeld en dat maakt het mogelijk wenselijk om niet al te enthousiast te zijn over de vestiging van nieuwe zaken. Consolideren is wat Frielink betreft dan ook een van de uitgangspunten van de nieuwe horecavisie van de gemeente. Oftewel: behouden en versterken wat er is.
Poort van Veghel
Hier en daar mag het zelfs wat minder. Zo vinden Frielink én ‘Hart voor Schijndel’ dat er op het terrein van de Poort van Veghel geen horeca hoort. Die goedkope meters zijn voor winkelbedrijven waar in een dorpscentrum geen plaats is: bouwmarkten, tuincentra en meubelzaken. Het is niet eerlijk dat een wokrestaurant daar scherpe prijzen kan rekenen óf extra winst kan incasseren omdat de vierkante meterprijs daar lager is dan in de Hoofdstraat in dat dorp. Het helpt sowieso niet bij het overeind houden van het Veghelse centrum. Geen idee dan ook hoe die horecazaken ooit toestemming kregen zich te vestigen in de Poort.
We kunnen ons vinden in het idee van Frielink dat we de cafés bij kerken moeten koesteren. Maar typisch Brabants is dat niet hoor, meneer Frielink. Typisch katholiek, lijkt ons een betere duiding.
Para-commercie
Waar we nog wel eens een flinke boom over op willen zetten, zijn de sluitingstijden van para-commerciële instellingen. We hoorden dat Frielink vandaag in gesprek gaat met Sportraad Meierijstad en de Meierijstad-afdeling Koninklijke Horeca Nederland. Wat ons betreft is het handig dat de vertegenwoordigers van die twee werelden met elkaar gaan praten en er samen uitkomen. Dan horen ze ook over elkaars beslommeringen en belangen.
Overigens verzoeken wij het verenigingsleven nadrukkelijk oog te hebben voor de belangen van de horeca – het mag niet zo zijn dat de werkgelegenheid in die branche onder druk komt te staan als gevolg van concurrentie van (sport-)verenigingen die ook nog eens door de gemeente worden gesubsidieerd.
Buitengebied
En dan is er nog de horeca in het buitengebied. Als het volwaardige, commerciële horecazaken betreft, dan gelden vanzelfsprekend de rechten en plichten die voor deze bedrijfstak gelden. Maar er komen in het buitengebied steeds meer bedrijven die de horeca er een beetje bijdoen.
Dan realiseert een boer bijvoorbeeld een doolhof in zijn maïsveld en verkoopt ook ijs. Er is weinig mis mee, maar bij zoiets moet het dan wel blijven. Om die reden is het goed om strakke sluitingstijden te hanteren, zodat een kampeerboer niet op het idee komt zonder horecavergunning restaurantje te gaan spelen.
Blurren
‘De horeca zit in de lift’, aldus de adviseur. Waarmee hij niet bedoelt dat horecaondernemers vet binnenlopen, maar wel dat er in den lande steeds meer zaken bijkomen. Fastfoodzaken, thuisbezorgende sushimakers, koffietentjes, lunchrooms en modewinkels of kapsalons waar al ‘blurrend’ ook een wijntje wordt geschonken – juist vanwege die ontwikkelingen is het zaak de vinger aan de pols te houden.
Het nieuwe horecabeleid wordt in juni vastgesteld door de gemeenteraad.
