De relatie van de horeca met zogeheten para-commerciële instellingen zoals verenigingen en clubs staat onder druk. Dat is te danken aan lokale regelgeving, waar ‘Hart voor Schijndel’ trouwens mee instemde.
Dit schreven we vorig jaar augustus: ‘In Schijndel zijn we gewend aan een nogal informele manier van samenwerken tussen horecaondernemers en verenigingen. Beide groepen tonen hier in het algemeen begrip voor elkaars belangen, gunnen elkaar wat en voorkomen tegelijkertijd dat ze elkaar hinderlijk in de weg lopen. Die werkwijze lijkt in de nieuwe gemeente niet mogelijk. Met name Sint-Oedenrode heeft een traditie van strijd, hoorde ‘Hart’ in dat dorp’.
Poldermodel
Het begint erop te lijken dat het jarenlang succesvolle Schijndelse poldermodel wordt ingeruild voor dat van Rooi. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) stuurde afgelopen week een pittige brief aan College en gemeenteraad (zie pdf onderaan dit artikel). Kern van het betoog: de para-commerciële instellingen, zoals sportclubs en wijkverenigingen, krijgen te veel ruimte en de horeca leidt eronder. Of we het beleid maar willen herzien.
Wat Hart betreft heeft de gemeenteraad bij het opstellen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) oprecht geprobeerd een balans te vinden tussen de belangen van ondernemers en hun medewerkers aan de ene kant en die van het verenigingsleven aan de andere kant. Zo mogen clubs drie keer per jaar feesten vieren, waarbij alcohol wordt geschonken. Het lijkt ons billijk, maar we hebben begrip voor de klachten van met name cafébazen.
Zwalkend
Wat niet helpt, is dat een bezoeker van het kindercarnaval in een buurthuis zich daar een stuk in de kraag drinkt en daarna zwalkend een kroeg opzoekt om daar grijnzend te laten weten hoe goedkoop het bier op de carnavalsfeest in het buurthuis was. Dat gebeurde tijdens het carnaval en dat zet kwaad bloed. Feit is echter dat het buurthuis zich aan de regels hield. Waarbij Hart aantekent dat het onwenselijk is om alcohol te schenken op een activiteit voor kinderen.
De partij heeft in het nabije verleden diverse keren haar best gedaan om de horeca te steunen. Soms met succes, bijvoorbeeld toen het gesubsidieerde cultureel centrum ’t Spectrum de concurrentie met de horeca aanging en lunches voor een habbekrats verkocht. Het lukt niet altijd – zo probeerden we tevergeefs de eindtijd van evenementen in dorpscentra te vervroegen, zodat de cafés nog wat konden verdienen.
Begrip
Uit de brief van de horeca blijkt dat deze bedrijfstak het zwaar heeft. Hart pleit ervoor dat vertegenwoordigers van het verenigingsleven, waaronder de Sportraad Meierijstad, en KHN met elkaar in gesprek gaan en proberen nadrukkelijk begrip te tonen voor elkaars belangen. Daarbij kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt, zonder de APV aan te passen. Want al mogen verenigingen bier tappen en drie keer per jaar een feest organiseren, ze hoeven van dat recht geen gebruik te maken. Wat ook kan: dat de horeca een rol krijgt in het aanbod in kantines en buurthuizen. Samengevat: of de betrokkenen maar weer willen gaan polderen.
Daarnaast stellen we voor dat we de horecaregels, zoals we die in de APV hebben vastgelegd, nog deze raadsperiode grondig evalueren. Als blijkt dat een van de twee partijen (verenigingen en horeca) bovengemiddeld lijdt onder de afspraken, dan moet de volksvertegenwoordiging daar wat mee. De dorpen zijn immers gebaat bij een florerende verenigingsleven én horeca.
Hieronder de brief van de horeca.