Het gaat gebeuren in dorpen en wijken

vrijdag 22 januari 2016Leestijd:
Lees ook
29 september 2024

2025 wordt het jaar van Wijbosch. Die conclusie trekt Hart na het lezen van de begroting van 2025. Formeel is…

28 september 2024

Hart is blij met de nota over politieke burgerparticipatie die de gemeenteraad afgelopen donderdag vaststelde. Een proefballonnetje over een referendum…

17 september 2024

Als we dan toch een nieuwe Wijbossche buurt realiseren waar saamhorigheid voorop staat en waar iedereen ertoe doet, zullen we…

12 september 2024

‘Wordt de brug bij Keldonk niet vernieuwd omdat mijn lichamelijke beperkingen te veel kosten voor de gemeente?’ Dat vraagt Hart-commissielid…

4 september 2024

Initiatieven als Wij-Hoven zijn de toekomst voor wonen en zorg. Hart is enthousiast over het Wijbossche plan, maar heeft ook…

(Dit duurt zo’n negen minuten om te lezen. Dan weet u dat.)

In ’s-Hertogenbosch is de overlast door baldadige jongeren flink afgenomen. Dat succes is te danken aan wijkbewoners zelf. Het initiatief is een prachtig voorbeeld van hoe ‘Hart voor Schijndel’ dorpen en wijken wil versterken door en met de inwoners van die dorpen en wijken. Wat nu volgt is een verhaal over het kloppend hart van de visie van ‘Hart’ op de nieuwe gemeente. Ook lezenswaardig voor wie niet in Schijndel woont.

H. is straatcoach in ’s-Hertogenbosch-West. Hij draagt een mooi, donker uniform, wordt betaald door de gemeente en fietst zo’n veertig uur per week door de wijk. De wijk is in dit geval zijn wijk, want H. woont er zelf ook. Hij kent de jongeren in West. Jongeren, die nogal eens kattenkwaad uithalen. H. weet dat baldadigheid kan leiden tot criminaliteit en erger. Hij zit er dan ook bovenop.

Straatcoach uit eigen wijk

H. heeft meer succes dan de goedbedoelende welzijnswerkers in de wijk. Meer succes ook dan de politie. De wijkagent zei het hem zelf eens: ‘Jij krijgt meer voor elkaar dan ik’. Dat is niet zo raar. H. weet wat het is om een jongere te zijn in West. H. kent de jongeren en ook hun ouders en buurtgenoten. Met trots vertelde H. aan ‘Hart’ hoe hij maandenlang een jongere trok uit een auto, geparkeerd aan de rand de wijk. Daar handelde die jongere in drugs. H. tikte steeds op het raam, knoopte een gesprek aan en kreeg hem vaak zelfs zover dat hij de knul thuis mocht afleveren. Waar de ouders H. goed kenden en vroegen of hij zin in koffie had. Uiteindelijk had het succes. ‘Je hebt me gered uit de wereld waarin ik zat,’ zei de jongere later.

Waarom staat dit op de website van ‘Hart voor Schijndel’?

Omdat politieke partijen, gemeenteraden, colleges van burgemeester en wethouders en ambtenaren zich vaker dan nu het geval is, zich kunnen laten inspireren door praktijkverhalen. Door, zoals dat mooier heet, casuïstiek. Wat vaker weg van de abstractie van beleid en naar de mooie en minder mooie praktijk van alledag. Maak geen praktijk vanuit beleid, dat lukt toch niet. Kijk naar de cases, kijk naar de praktijk. En maak op basis daarvan beleid. Het verhaal van H. is praktijk en schreeuwt om beleid in Meierijstad.

Prachtig voorbeeld

Maar het verhaal van H. vertellen we ook, omdat het een prachtig voorbeeld is van hoe wijkbewoners zelf hun wijk kunnen verbeteren. ‘Hart’ vindt de fusie van drie gemeenten tot Meierijstad prima én vindt tegelijkertijd dat het een aanleiding is om de kleinschaligheid meer te koesteren. Om meer dan ooit dorpen en wijken eigen baas te maken. Op die manier wordt de schaalvergroting geen bedreiging, maar een kans. Een kans om verantwoordelijkheid, beslissingsbevoegdheid, werk en geld in handen te leggen van inwoners van dorpen en wijken.

Van de wijken van Schijndel, om te beginnen.

Dit verhaal lijkt te gaan over burgerparticipatie. Wie in Schijndel burgerparticipatie zegt, denkt al snel aan plantsoenen die worden onderhouden door wijkbewoners. Met het overdragen van openbaar groen is niks mis, maar echte burgerparticipatie gaat verder. Bij echte burgerparticipatie houden professionals uit de eigen wijk de openbare orde in de gaten. En kijken ze in één moeite hoe het gaat met de jongeren in de wijk. Zoals dat in ’s-Hertogenbosch-West dus gebeurt.

Wat daar gebeurt, is een prachtige combinatie van burgerparticipatie en professionaliteit. De coaches komen uit de wijk, maar zijn geen amateurs. Ze zijn stevig opgeleid en weten van wetten, regels, conflicthantering en communicatie. Die professionaliteit combineren ze met diepgaande kennis van en gevoel bij het eigen werkgebied.

Sociaal wijkteam

Voor wie bovenstaand relaas knikkend las: vervang straatcoach voor sociaal wijkteam. Op dit moment worden zowat overal, ook in Schijndel, professionals in wijken gedropt en daar gaan ze aan keukentafels horen wat er zoal mis gaat. Om daar vervolgens oplossingsgericht mee aan de slag te gaan. ‘Wat kunt u zelf? Wat kan uw overbuurvrouw? Wat hebt u nodig van professionals?’ In die volgorde. Want ‘eigen kracht’ en ‘het mag niet te veel kosten’.

Bij de laatste vraag heeft de dame (en heel soms heer) van het team het lijstje van ingehuurde zorgaanbieders al in het achterhoofd. Ruimte voor andere oplossingen is er zo amper, zo leert de door onderzoekers onder de loep genomen praktijk. Dat wordt nog eens versterkt door een ietwat onhandige vraagstelling. ‘Hart’ schoof aan bij enkele gesprekken en zag het gebeuren: hoe de vragen van wijkbewoners worden ondergesneeuwd door vooringenomenheid en door antwoorden op niet gestelde vragen.

Uit eigen wijk

De vragen over eigen mogelijkheden en wat de buren kunnen zijn trouwens beter en sneller te beantwoorden als zo’n wijkteamlid uit de eigen wijk komt. En nog liever: als zo iemand ervaringsdeskundige is. De praktijk leert, zo leest ‘Hart’ in diverse onderzoeken, dat het voor professionals knap lastig is zich te verplaatsen in hulpbehoevende dames en heren. Dat komt onder meer omdat ze vakkennis missen – zo ontbeert het veel sociale wijkteams aan kennis van financiële zaken en juist daar is schreeuwende behoefte aan. Maar zelfs als ze weten hoe het zit met schuldhulpverlening en budgetbeheer, lijkt het probleem maar moeilijk bij de hulpvragers door te dringen. Dan zit zo’n wijkteamlid aan de keukentafel en vraagt zich geïrriteerd af waarom de mevrouw zonder geld twee honden en een kat heeft.

Wie echt ooit in de financiële shit zat, die snapt waarom die mevrouw haar geld zo onverstandig uitgeeft. Die snapt dat het met ernstige geldproblemen heel moeilijk is om helder na te denken en vooral om op de lange termijn te denken.

Leden van sociale wijkteams moeten behalve hun professionaliteit dus ook ervaringsdeskundigheid hebben én moeten bij voorkeur uit de wijk komen waar ze werken. Dan kunnen die teams, anders dan nu, meters maken.

Het kan

Zo. Dat waren de thema’s openbare orde en zorg. Maar de wijken en dorpen kunnen zoveel meer. De gemeente kan best een fiks deel van haar budget overhevelen aan wijk- en dorpsraden. Die moeten dan wel aantonen dat ze legitimiteit bezitten, dat het dorp of de wijk dus achter hen staat. Als dat zo is: hier is het geld voor accommodaties en zie maar wat jullie ermee doen. We doen er ook nog het geld voor openbaar groen, kunst, cultuur, welzijn, speelvoorzieningen en nog wat zaken bij. En als wijk en dorp het écht goed voor elkaar hebben: hier is het budget voor Wmo. ‘Als jullie de huishoudelijke hulp beter en/of goedkoper kunnen regelen, met dezelfde of meer kwaliteit: be my guest,’ laat de wethouder in zo’n geval weten.

Het kan. Wat er voor nodig is: een gemeentebestuur en ambtenarenkorps dat durft los te laten en dat beleid en uitvoering overdraagt zonder het gemakzuchtig over de schutting te kieperen. Stap één: wees als overheid dichtbij. Schuif als ambtenaren aan in het lokale dorps- en wijkcentrum. Ook als die ambtenaar formeel niks te zoeken heeft in die wijk. Ga er gewoon eens werken. Weg uit dat bastion in Veghel.

Kloof

Die ambtenaren vormen trouwens de sleutel tot het succes. Uit een recente publicatie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (‘Nabij is beter II’, geschreven door Pieter Hilhorst en Jos van der Lans) blijkt dat het juist de ambtenaren van gemeenten zijn, die cynisch zijn over de transities. Over de uitvoering dus van Jeugdzorg, Participatiewet en Wmo. Cynisme, veroorzaakt door Meierijstedelijke structuren van de lokale overheid. Structuren die de kloof tussen ambtenarij en burgerij verdiepen.

Ga dus de dorpen en wijken in, ambtenaren. En zorg meteen dat al die overheidsdiensten in dorpen en wijken zijn die zich nu zo onaardig terugtrekken. Want als de belastingdienst zo nodig digitaal moet gaan, dan zorgt de gemeente Meierijstad ervoor dat dat die dienst letterlijk om de hoek te vinden is. Net als de sociale dienst, de straatcoach, het wijkteam en al die andere functies en diensten die van de overheid en dus van ons allemaal zijn.

We beginnen in Schijndel. En de rest van Meierijstad mag meedoen.

 

Lees ook
29 september 2024

2025 wordt het jaar van Wijbosch. Die conclusie trekt Hart na het lezen van de begroting van 2025. Formeel is…

28 september 2024

Hart is blij met de nota over politieke burgerparticipatie die de gemeenteraad afgelopen donderdag vaststelde. Een proefballonnetje over een referendum…

17 september 2024

Als we dan toch een nieuwe Wijbossche buurt realiseren waar saamhorigheid voorop staat en waar iedereen ertoe doet, zullen we…

12 september 2024

‘Wordt de brug bij Keldonk niet vernieuwd omdat mijn lichamelijke beperkingen te veel kosten voor de gemeente?’ Dat vraagt Hart-commissielid…

4 september 2024

Initiatieven als Wij-Hoven zijn de toekomst voor wonen en zorg. Hart is enthousiast over het Wijbossche plan, maar heeft ook…